dichtstbijzijnds
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dichtst·bij·zijnds
Bijvoeglijk naamwoord
dichtstbijzijnds
- partitief van de stellende trap van dichtstbijzijnd
Gangbaarheid
- Het woord 'dichtstbijzijnds' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.