Naar inhoud springen

desillusioneerde

Uit WikiWoordenboek
Versie door Marcel coenders (overleg | bijdragen) op 3 jun 2017 om 01:00 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *des·il·lu·si·o·neer·de {{-verb-|0}}...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • des·il·lu·si·o·neer·de
vervoeging van
desillusioneren

desillusioneerde

  1. enkelvoud verleden tijd van desillusioneren
    • Ik desillusioneerde. 
    • Jij desillusioneerde. 
    • Hij, zij, het desillusioneerde.