derny
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- der·ny
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘motorfiets voor het gangmaken’ voor het eerst aangetroffen in 1962 [1]
- uit het Frans [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | derny | derny's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (wielrennen) lichte gangmaakmotor
- De Brit heeft al twee keer olympisch goud op de sprint en teamsprint, zijn topsnelheid is niet te evenaren dit toernooi. Precies daarom kiest Büchli steeds het wiel van de Brit, ook in races hiervoor, toen er twee keer werd afgeschoten omdat renners hun zenuwen niet in bedwang konden houden en de derny - een gangmaker op een brommer - te vroeg passeerden. [4]
- „Het is in het begin altijd even wennen. Ik ben in de eerste plaats wegrenner, dus ik ga tijdens het seizoen ook niet trainen op de baan. Dat betekent dat ik nu een week voorbereidingstijd heb op de zesdaagse van Amsterdam. Vorige week begon ik rondjes te rijden achter de derny (gangmaker, red.) en zo kom je langzaam weer in het ritme van de baan.”[5]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord derny staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "derny" herkend door:
27 % | van de Nederlanders; |
37 % | van de Vlamingen.[6] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "derny" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ derny op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Dennis Meinema 17 augustus 2016
- ↑ NRC Arman Avsaroglu 15 oktober 2012
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be