defensiviteit
Uiterlijk
- de·fen·si·vi·teit
- geen meervoud, afgeleid van defensief met het achtervoegsel -iteit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | defensiviteit | - |
verkleinwoord | - | - |
- het defensief zijn
- Het woord defensiviteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.