dalende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- da·len·de
Woordherkomst en -opbouw
- dalend met de uitgang -e
Bijvoeglijk naamwoord
dalende
- verbogen vorm van de stellende trap van dalend
Werkwoord
vervoeging van: | dalen |
dalende
- verbogen vorm van dalend, het onvoltooid deelwoord van dalen