dacht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dacht

Werkwoord

vervoeging van
denken

dacht

  1. enkelvoud verleden tijd van denken
    • Ik dacht. 
    • Jij dacht. 
    • Hij, zij, het dacht. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be