cursusleiders
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: cursusleiders (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkʏrzʏsˌlɛidərs / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- cur·sus·lei·ders
Woordherkomst en -opbouw
- cursusleider met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de cursusleiders mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord cursusleider
Gangbaarheid
- Het woord cursusleiders staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.