crossfit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

crossfit
Uitspraak
Woordafbreking
  • cross·fit
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord crossfit
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de crossfitv / m, het crossfito

  1. vorm van fitness waarbij men krachttraining, gymnastiek en atletiek combineert
     Rienk is vastberaden om snel weer van alles te kunnen. Na vijf maanden revalideren haalt hij een aangepast rijbewijs, koopt een auto en sport hij alweer veel. Hij doet vooral aan handfietsen en crossfit om zijn armen te trainen. Zo kan hij makkelijker zijn rolstoel in en uit.[1]
     In touwen klimmen, banden omver gooien, over bokken springen. Nee, geen training van het leger, maar crossfit, een sport waarbij krachttraining, atletiek en gymnastiek gecombineerd worden. Crossfitscholen schieten als paddenstoelen uit de grond. Maar is het de zoveelste sporthype of is dit een blijvertje?[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 7 juli 2023 Weblink bron “Verlamde Rienk kan dankzij een looprobot weer vooruit” (Zaterdag 29 april 2017, 10:00), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 7 juli 2023 Weblink bron “Crossfit: hype of blijvertje?” (Dinsdag 11 augustus 2015, 07:57), NOS