couverture

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cou·ver·tu·re
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord couverture couvertures
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de couverturev

  1. in blokken geperste chocolade met suiker en cacaoboter toegevoegd. Doordat couverture verhoudingsgewijs meer vet bevat is het gemakkelijker te smelten zonder dat het verbrandt.
    • De beste couverture koopt u bij banketbakkers en chocolatiers, maar sinds een jaar of twee ligt er ook heel aardige en betaalbare kookchocolade van Verkade in de supermarkt. [2] 
    • Couverture wordt gebruikt bij het maken van bonbons. 

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Janneke Vreugdenhil 6 december 2008
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be