couverteren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: couverteren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cou·ver·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans
Werkwoord
couverteren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
couverteren |
couverteerde |
gecouverteerd |
zwak -d | volledig |
- het automatisch vullen, sluiten, en vouwen van enveloppen zodat ze gepost kunnen worden
Gangbaarheid
- Het woord couverteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.