corrumpeert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cor·rum·peert

Werkwoord

vervoeging van
corrumperen

corrumpeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van corrumperen
    • Jij corrumpeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van corrumperen
    • Hij corrumpeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van corrumperen
    • Corrumpeert!