coronakapsels
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: coronakapsels (hulp, bestand)
- IPA: / koˈronaˌkɑpsəls / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- co·ro·na·kap·sels
Woordherkomst en -opbouw
- coronakapsel met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de coronakapsels mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord coronakapsel
- ▸ In het onlangs gerenoveerde centrum krijgen nagels weer een manicure en worden coronakapsels eindelijk bijgeknipt.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'coronakapsels' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Cosette Molijn“Ik ben blij dat we weer wat mogen, maar heb er ook mijn twijfels bij’” (3 maart 2021) op nrc.nl