copolymeriseerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • co·po·ly·me·ri·seer·den

Werkwoord

vervoeging van
copolymeriseren

copolymeriseerden

  1. meervoud verleden tijd van copolymeriseren
    • Wij copolymeriseerden. 
    • Jullie copolymeriseerden. 
    • Zij copolymeriseerden.