| vervoeging van de bedrijvende vorm van copolymeriseren
|
| onbepaalde wijs
|
kort
|
lang
|
| onvoltooid
|
tegenwoordig
|
copolymeriseren
|
te copolymeriseren
|
| toekomend
|
zullen copolymeriseren
|
te zullen copolymeriseren
|
| voltooid
|
tegenwoordig
|
zijn gecopolymeriseerd
|
te zijn gecopolymeriseerd
|
| toekomend
|
gecopolymeriseerd zullen zijn
|
gecopolymeriseerd te zullen zijn
|
|
onvoltooid deelwoord |
voltooid deelwoord |
gebiedende wijs |
aanvoegende wijs
|
|
copolymeriserend |
gecopolymeriseerd |
ev.
copolymeriseer |
mv. verouderd
copolymeriseert |
copolymerisere
|
| aantonende wijs |
enkelvoud |
meervoud
|
| onvoltooid |
eerste |
tweede |
derde |
eerste |
tweede |
derde
|
|
ik |
jij, je |
u |
gij, ge |
hij, zij, het |
wij, we |
jullie |
zij, ze
|
| tegenwoordig (o.t.t.) |
copolymeriseer |
copolymeriseert |
copolymeriseert |
copolymeriseert |
copolymeriseert |
copolymeriseren |
copolymeriseren |
copolymeriseren
|
| verleden (o.v.t.) |
copolymeriseerde |
copolymeriseerde |
copolymeriseerde |
copolymeriseerde |
copolymeriseerde |
copolymeriseerden |
copolymeriseerden |
copolymeriseerden
|
| toekomend (o.t.t.t.) |
zal copolymeriseren |
zult/zal copolymeriseren |
zult/zal copolymeriseren |
zult copolymeriseren |
zal copolymeriseren |
zullen copolymeriseren |
zullen copolymeriseren |
zullen copolymeriseren
|
| voorwaardelijk (o.v.t.t.) |
zou copolymeriseren |
zou copolymeriseren |
zou(dt) copolymeriseren |
zoudt copolymeriseren |
zou copolymeriseren |
zouden copolymeriseren |
zouden copolymeriseren |
zouden copolymeriseren
|
| voltooid |
eerste |
tweede |
derde |
eerste |
tweede |
derde
|
|
ik |
jij, je |
u |
gij |
hij, zij, het |
wij |
jullie |
zij
|
| tegenwoordig (v.t.t.) |
ben gecopolymeriseerd |
bent gecopolymeriseerd |
bent/is gecopolymeriseerd |
zijt gecopolymeriseerd |
is gecopolymeriseerd |
zijn gecopolymeriseerd |
zijn gecopolymeriseerd |
zijn gecopolymeriseerd
|
| verleden (v.v.t.) |
was gecopolymeriseerd |
was gecopolymeriseerd |
was gecopolymeriseerd |
waart gecopolymeriseerd |
was gecopolymeriseerd |
waren gecopolymeriseerd |
waren gecopolymeriseerd |
waren gecopolymeriseerd
|
| toekomend (v.t.t.t.) |
zal gecopolymeriseerd zijn |
zal/zult gecopolymeriseerd zijn |
zult/zal gecopolymeriseerd zijn |
zult gecopolymeriseerd zijn |
zal gecopolymeriseerd zijn |
zullen gecopolymeriseerd zijn |
zullen gecopolymeriseerd zijn |
zullen gecopolymeriseerd zijn
|
| voorwaardelijk (v.v.t.t.) |
zou gecopolymeriseerd zijn |
zou gecopolymeriseerd zijn |
zou/zoudt gecopolymeriseerd zijn |
zoudt gecopolymeriseerd zijn |
zou gecopolymeriseerd zijn |
zouden gecopolymeriseerd zijn |
zouden gecopolymeriseerd zijn |
zouden gecopolymeriseerd zijn
|
