copolymeriseren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- co·po·ly·me·ri·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
copolymeriseren |
copolymeriseerde |
gecopolymeriseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
copolymeriseren
- ergatief (scheikunde) een reactie ondergaan waarbij minstens twee verschillende monomeren tot een keten aaneengeregen worden
- Door een di-isocyanaat en een polyol te laten copolymeriseren ontstaat er een polyurethaan.
Gangbaarheid
- Het woord 'copolymeriseren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 15
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel co- in het Nederlands
- Achtervoegsel -iseren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Scheikunde in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal