contesteert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: contesteert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·tes·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
contesteren |
contesteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van contesteren
- Jij contesteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van contesteren
- Hij contesteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van contesteren
- Contesteert!