confit

Nederlands

confit

Uitspraak

• Geluid:  confit    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• con·fit

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Frans

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	confit	confits
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de confit m

1. (kookkunst) (voeding) in vet van ganzen klaar gemaakt vlees

   ▸ ’Als u het magische woord Périgord uitspreekt, ziet u een vlam van begeerte in aller ogen komen, getemperd door een gevoel van weemoedige spijt dat zij niet als bij toverslag verplaatst kunnen worden in die gezegende streek waar de truffels groeien, het geboorteland van de pàtes de foie gras en de smakelijke confits.”

   ▸ Op wandelafstand van het Louvre ligt deze charmante bistro met nostalgisch decor. Locals komen hier graag voor steak met frieten, maar ook confit de canard of geroosterde kip smaakt hier overheerlijk. Voor een diner met twee gangen betaal je hier gemiddeld twintig euro.

Verwante begrippen

• confiture

Gangbaarheid

• Het woord confit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.