Naar inhoud springen

concomitant

Uit WikiWoordenboek
  • con·co·mi·tant
  • uit het Latijn [1]
stellend
onverbogen concomitant
verbogen concomitante
partitief concomitants

concomitant

  1. samengaand, gelijktijdig, vergezellend, accessoir
     Voordien konden die aanvallen niet beheerst worden, ondanks de behandeling met een of twee concomitante anti-epileptica. Uit studies blijkt dat gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen niet alleen ernstig zijn, maar ook frequent voorkomen: bij 23% epilepsiegevallen.[2]
  1. concomitant op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron
    BELGA
    “UCB haalt goede testresultaten met Keppra” (27/10/2005), De Standaard