concerteert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: concerteert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·cer·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
concerteren |
concerteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van concerteren
- Jij concerteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van concerteren
- Hij concerteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van concerteren
- Concerteert!
Gangbaarheid
- Het woord concerteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.