compromitteert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- com·pro·mit·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
compromitteren |
compromitteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van compromitteren
- Jij compromitteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van compromitteren
- Hij compromitteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van compromitteren
- Compromitteert!