comprometer
Uiterlijk
- com·pro·me·ter
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
comprometer |
comprometía |
comprometido |
volledig |
comprometer
- overgankelijk compromitteren, in opspraak brengen
- riskeren
- wederkerend
- [2] arriesgar
- comprometer in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española