cohorte
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- co·hor·te
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cohorte | cohorten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- oude Romeinse legereenheid van 600 man, verdeeld in een aantal centuries
- (statistiek) groep
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord cohorte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "cohorte" herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be