codex
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- co·dex
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘handschrift’ voor het eerst aangetroffen in 1838 [1]
- afgeleid van het Latijnse 'caudex' (houtblok)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | codex | codices |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
codex m
- bewaard gebleven oud handschrift
- zangbundel van een studentenvereniging
Gangbaarheid
- Het woord codex staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "codex" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.