cochleair
Uiterlijk
- coch·le·air
- afgeleid van het Franse cochléaire met het achtervoegsel -air
stellend | |
---|---|
onverbogen | cochleair |
verbogen | cochleaire |
partitief | cochleairs |
cochleair
1. met betrekking tot het slakkehuis onderdeel van het binnenoor
- Het woord cochleair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -air in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal