climactisch
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: climactisch (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cli·mac·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | climactisch | climactischer | |
verbogen | climactische | climactischere | |
partitief | climactisch | climactischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
climactisch
- met betrekking tot een climax
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord climactisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.