cijfert uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: cijfert uit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cij·fert uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitcijferen |
cijfert (...) uit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitcijferen
- Jij cijfert uit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitcijferen
- Hij cijfert uit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitcijferen
- Cijfert uit!
Gangbaarheid
- Het woord cijfert uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.