Naar inhoud springen

choyer

Uit WikiWoordenboek

Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontwikkeld uit Oudfrans chuer, chouyer.
  • Herkomst onbekend. [1]
stamtijd
infinitief verleden
tijd 		voltooid
deelwoord
choyer
/ʃwaje/ 		choyais
/ʃwajɛ/ 		choyé
/ʃwaje/
eerste groep volledig

Werkwoord

choyer

  1. vertroetelen, in de watten leggen, e.d.
    «"A quelques kilomètres de là, j'arrive dans un village dévot, où le prêtre est choyé."»[2]
    Een paar kilometer verderop kom ik in een vroom dorp aan, waar de priester gekoesterd wordt.
    «C’est un dossier dramatique, mais c’est une victoire pour nous, l’enfant est de retour au foyer familial, il est choyé », conclut Me Licini.»[3]
    Het is een dramatische zaak, maar het is een overwinning voor ons, het kind is terug in het ouderlijk huis, hij wordt vertroeteld", besluit Me Licini.
Verwante begrippen

Verwijzingen

  1. ↑ choyer (Etymologie) in: Le Trésor de la Langue Française informatisé (1971-1994) op Wikipedia (fr) op de website cnrtl.fr op Wikipedia (fr).
  2. ↑ “La France se regarde : Le Problème de la natalité” (1931)), Librairie Hachette, Paris
  3. ↑ Bronlink geraadpleegd op 5 juni 2024 Weblink bron
    Manon Aublanc
    “« Ils vivaient dans leur voiture sur des terrains vagues » : une fillette enlevée par sa mère et son compagnon retrouvée neuf mois après” (4 juni 2024) op leparisien.fr
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=choyer&oldid=4955258"