chocopasta

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

chocopasta
Uitspraak
Woordafbreking
  • cho·co·pas·ta
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord chocopasta chocopasta's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de chocopastam

  1. een smeerbaar, zoet broodbeleg dat bestaat uit suiker, vetten (plantaardige olie) en cacaopoeder (chocolade)
     Zo'n drie maanden geleden lag de productie ook al eens een aantal dagen stil. Dat kwam toen niet door stakende werknemers, maar doordat er een probleem was met de kwaliteit van Nutella-chocopasta en Kinder Bueno-chocoladerepen.[1]
     Consumenten konden ruim twee weken hun stem uitbrengen op de site van de organisatie en meer dan 10.000 mensen deden dat. Van hen stemde 23 procent op de chocopasta. Volgens Foodwatch bevat het product bij elkaar 69 procent suiker en vet en wordt juist afgeraden om het aan baby's te geven, onder andere door het Voedingscentrum. ,,Vooral de claim 'vanaf 8 maanden' is storend”, stelt Foodwatch.[2]
     Tijdens het kauwen op haar tortilla met chocopasta begon ze een gedeelte voor te lezen:[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Grootste Nutella-fabriek ter wereld ligt al bijna een week stil” (03-06-2019), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron “Chocopasta voor baby's ‘meest misleidende product’ volgens voedselwaakhond” (16-12-2019), Tubantia
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia