chartert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • char·tert

Werkwoord

vervoeging van
charteren

chartert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van charteren
    • Jij chartert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van charteren
    • Hij chartert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van charteren
    • Chartert!