chantoir

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • chan·toir
Woordherkomst en -opbouw
  • Overgenomen van het Franse woord chantoir
enkelvoud meervoud
naamwoord chantoir chantoires
verkleinwoord chantoirtje chantoirtjes

Zelfstandig naamwoord

chantoir v / m

  1. (aardrijkskunde) gat, holte, put waarin een beek stroomt en in de grond verdwijnt.
Schrijfwijzen
Synoniemen

Meer informatie


Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Waalse tchantwêre (kloof waar een stroom verdwijnt), van het Latijnse cantare (zingen)
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  chantoir     le chantoir     chantoirs     les chantoirs  

Zelfstandig naamwoord

chantoir m

  1. (aardrijkskunde) chantoir; gat, holte, put waarin een beek stroomt en in de grond verdwijnt.
Schrijfwijzen

Meer informatie