catering
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- ca·te·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘verzorging van maaltijden of feesten’ voor het eerst aangetroffen in 1972 [1]
- uit het Engels cater [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | catering | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
catering m
- verzorging van maaltijden bij feesten en bijeenkomsten
- Tijdens het congres was de catering heel goed want er was een prima lunch.
- de gehele technische verzorging van een feest of bijeenkomst
- Het is Brazilië gedurende deze Spelen niet gelukt om de tergende economische en politieke problemen in het land binnenshuis te houden: de karige en simpele faciliteiten in het olympisch dorp, de beperkte werkomstandigheden voor journalisten en de bezuinigingen op catering en mankracht maken duidelijk: het geld is op. Henk [3]
- bedrijf dat zorg voor maaltijden
- ▸ 'Dat wordt dus weer de catering bellen! ' zei ze op een onverwacht luchtige toon.[4]
Gangbaarheid
- Het woord catering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "catering" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "catering" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ catering op website: Etymologiebank.nl
- ↑ NRC Stouwdam 16 augustus 2016
- ↑ “ (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be