casting

Nederlands

casting voor een kattenrol

Uitspraak

• Geluid:  casting    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• cas·ting

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Engels

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	casting	castings
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

casting v/m

1. selectie van artiesten (zoals acteurs en dansers) voor een specifieke rol

   • Er was iets mis gegaan met de casting, zodat te veel mensen die op elkaar leken kamp Noord en kamp Zuid van het onbewoonde Filippijnse eiland bemanden.  

Synoniemen

• auditie, auteurselectie, rolbezetting

Gangbaarheid

• Het woord casting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "casting" herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
95 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.