Naar inhoud springen

cancel

Uit WikiWoordenboek
  • can·cel
vervoeging van
cancelen

cancel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cancelen
    • Ik cancel. 
  2. gebiedende wijs van cancelen
    • Cancel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cancelen
    • Cancel je? 


cancel

  1. afbestellen