camp

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • camp
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘vulgair, banaal, kitscherig’ voor het eerst aangetroffen in 1966 [1]
  • afkomstig uit het engels
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen camp
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

camp

  1. hip doordat het eigenlijk lelijk of ouderwets is


Gangbaarheid

64 % van de Nederlanders;
41 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

camp

  1. kamp