cabernet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

cabernet
Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·ber·net
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans
enkelvoud meervoud
naamwoord cabernet cabernets
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de cabernetm

  1. blauw druivenras en de rode wijn die men daarvan maakt
     Bij het voorgerecht wordt een opwekkende, aromatische sauvignon blanc geschonken van het Chileense wijnhuis Silver Ghost. Van dezelfde wijnbouwer in de Central Valley is de intense cabernet sauvignon, die uitstekend smaakt bij de beenloze ribbetjes van het Ibericovarken.[1]
     In dit Zuid-Afrikaanse triootje van cinsault, ruby cabernet en pinotage voert het rokerige kampvuurkarakter van die laatste druif de boventoon. Verder veel rood fruit, een kus van pruimen en zonnig zoet. Warmbloedig, maar niet al te spannend.[2]

Gangbaarheid

68 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Lezersmenu februari 2019: De Hanninkshof in Usselo” (01-02-2019), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron
    Matthijs Meeuwsen
    “Het oogt niet chic, zo'n tuitje, maar wijn uit een pak kan best smaken” (06-04-2019), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be