butterscotch

Nederlands

butterscotch op ijs

Uitspraak

• Geluid:  butterscotch    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• but·ter·scotch

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Engels

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	butterscotch	butterscotches
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de butterscotch m

1. snoepgoed gemaakt van boter, suiker en chocolade

   ▸ Naast jenever verkoopt Bols ook likeuren die als basis dienen voor cocktails. De likeuren komen in allerlei smaken als watermeloen, butterscotch, pepermunt, groene thee en yoghurt. Bols verwacht de komende tijd te kunnen profiteren van de wereldwijde groei van de cocktailmarkt.

   ▸ De patisserie experimenteert ook met smaken. Zo werd er dit jaar een butterscotch/zeezout-variant gemaakt. "Heel erg smakelijk", zegt Lindeboom. "Die is ook erg populair geworden."

Synoniemen

• boterkorrels, karamelkruimels

Gangbaarheid

• Het woord butterscotch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.