burn
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Engels
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
burn
- brandplek, brandwond, verbranding
- (figuurlijk) snedige opmerking, geestig bedoelde belediging van iemand
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to burn |
he/she/it | burns |
verleden tijd | burned |
voltooid deelwoord |
burned |
onvoltooid deelwoord |
burning |
gebiedende wijs | burn |
Werkwoord
burn