bumpwatching
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bump·wat·ching
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bumpwatching | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- het loeren naar de bolle buik van een zwangere
Gangbaarheid
- Het woord bumpwatching staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.