brisant
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bri·sant
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | brisant | brisanter | brisantst |
verbogen | brisante | brisantere | brisantste |
partitief | brisants | brisanters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
brisant
- met een hoge ontploffingssnelheid
- (figuurlijk) explosief, gepaard gaand met veel commotie
- De commissie bracht een brisant rapport uit, waardoor de regering viel.
- ▸ Bornerbroeker Jan Bartels toont het document met brisante inhoud. Voor hem is het nu zo klaar als een klontje. „Het móest de gekozen variant worden. Nu het hier zwart-op-wit staat, is het klip en klaar. Alles was voorgekookt. Het is van de zotte”, foetert de voorzitter van Dorpsbelangen Bornerbroek.[4]
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord brisant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brisant" herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
50 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ brisant op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Henk Bouwhuis“Explosief document sterkt vermoedens Bornerbroek: ‘Zie je wel, de rondweg om Zenderen is doorgestoken kaart’” (29-06-2022), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 68 %
- Prevalentie Vlaanderen 50 %