Naar inhoud springen

bouclé

Uit WikiWoordenboek
  • bou·clé
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘losse kaardgaren stof’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1912 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord bouclé -
verkleinwoord - -

hetboucléo

  1. garen met lusjes
  2. geweven stof met lusjes
65 %van de Nederlanders;
59 %van de Vlamingen.[3]