boottrailer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boot·trai·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boottrailer boottrailers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de boottrailerm

  1. aanhangwagen waarmee men een boot kan vervoeren
     Volgens Tom Huyskens van de Bovag was het bij de meeste aanhangers "huilen met de pet op". De organisatie nam 132 boottrailers onder de loep. Slechts 24 daarvan vertoonden geen mankementen. "We kwamen banden tegen met enorme scheuren, achterlampjes die met plakband waren vastgeplakt en zelfs een schoenveter die gebruikt was als breekkabel. Het was echt erbarmelijk", zegt Huyksens.[1]
     Op de oplegger stonden ook een terreinwagen en een boottrailer. De boot kwam op zijn kop op de snelweg terecht.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Bovag wil aanhangers verplicht keuren, 'veel boot-trailers erbarmelijk'” (Zaterdag 10 augustus 2019, 10:18), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Blokkade boot A1 voorbij” (Zaterdag 2 juni 2012, 16:37), NOS