boostert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- boos·tert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
boosteren |
boostert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boosteren
- Jij boostert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boosteren
- Hij boostert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van boosteren
- Boostert!
Gangbaarheid
- Het woord 'boostert' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.