boostershot
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boostershot (hulp, bestand)
Woordafbreking
- boos·ter·shot
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boostershot | boostershots |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
boostershot
- herhalingsvaccinatie om het immuunsysteem verder te stimuleren na een eerdere vaccinatie
- ▸ Volgens de experts van de Hoge Gezondheidsraad neemt de bescherming van de ene dosis van het Janssen-vaccin snel af en biedt die na verloop van tijd niet meer voldoende bescherming tegen het coronavirus. Een maand geleden besloot de Amerikaanse medicijntoezichthouder FDA al unaniem dat er een boostershot moet komen bij het Janssen-vaccin. Mensen ouder dan 18 jaar komen in aanmerking voor zo'n prik, minstens twee maanden na hun inenting.[1]
- ▸ Ank Ruiterman (90) werd vanochtend als eerste in Nederland gevaccineerd met een zogeheten boostershot.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'boostershot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Belgen beginnen al wel met Janssen-booster” (Woensdag 10 november 2021, 22:51), NOS
- ↑ Weblink bron “Eerste boosterprikken gezet” (Donderdag 18 november 2021, 11:23), NOS