boordden af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boordden af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- boord·den af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afboorden |
boordden (...) af
- meervoud verleden tijd van afboorden
- Wij boordden af.
- Jullie boordden af.
- Zij boordden af.
- Wij boordden af.
Gangbaarheid
- Het woord boordden af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.