boodschapt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boodschapt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bood·schapt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
boodschappen |
boodschapt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boodschappen
- Jij boodschapt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boodschappen
- Hij boodschapt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van boodschappen
- Boodschapt!