boezem in
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- boe·zem in
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inboezemen |
boezem (...) in
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inboezemen
- Ik boezem in.
- gebiedende wijs van inboezemen
- Boezem in!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inboezemen
- Boezem je in?