blonken uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: blonken uit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- blon·ken uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitblinken |
blonken uit
- meervoud verleden tijd van uitblinken
- Wij blonken uit.
- Jullie blonken uit.
- Zij blonken uit.
- Wij blonken uit.
Gangbaarheid
- Het woord blonken uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.