blijf bijeen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blijf bij·een
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
bijeenblijven

blijf (...) bijeen

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijeenblijven
    • Ik blijf bijeen. 
  2. gebiedende wijs van bijeenblijven
    • Blijf bijeen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijeenblijven
    • Blijf je bijeen? 

Gangbaarheid