bladert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bla·dert

Werkwoord

vervoeging van
bladeren

bladert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bladeren
    • Jij bladert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bladeren
    • Hij bladert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bladeren
    • Bladert!