beïnvloedbaarheid
Uiterlijk
- be·ïn·vloed·baar·heid
- afgeleid van beïnvloedbaar met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beïnvloedbaarheid | |
verkleinwoord |
de beïnvloedbaarheid v
- het (teveel) openstaan voor de invloed door anderen
- Het woord beïnvloedbaarheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.